Verslag van zondag 29 juli 2007

We hadden in deze motel 8 een hele luxe kamer met magnetron en koelkast. Zelfs de gordijnen waren luxe met een magnetische strip aan de zijkant om eventuele inkijk te voorkomen. Heel fijn. Alles weer ingepakt en klaar voor de start voor de laatste etappe.

Tsjonge, dat was wel een heel lekker ontbijt bij de IHOP (the International House of Pancakes). Pannenkoeken en wentelteefjes met aardbeien, aardbeiensaus en slagroom. Heerlijk.


Eindelijk!! Om 20.18 uur op de kamer om te douchen. We hebben het gehaald, maar vraag niet hoe. We gingen om 8 uur op weg naar Victorville. Binnendoor. Daar in Victorville gaan we tanken. Dan gaan we de snelweg op naar Los Angeles. Folks, don’t do this at home. Dat is echt niet grappig. We begrijpen waarom Amerikanen denken dat Utrecht en Amsterdam tot dezelfde stad behoren. Je rijdt gerust 80 mijlen (120 kilometer) om van de stadsrand van LA op het strand van Santa Monica te komen, waar het eind van de Route 66 is. En in ons geval nog een paar mijlen meer (1 uur rijden), omdat de Garmin (Greet) ons de “verkeerde kant” op wees.

Eerst hebben we nog lekker gegeten bij “Theo’s café“ in een van de voorsteden van LA. Peter had een cheeseburger en ik had een hamburger met avocado. Zalig gewoon. Of er een engeltje over je tong fietst.

Dan die vervelende snelweg weer op. Het is toch wel echt zondag vandaag? Het vrachtverkeer raast je links en rechts voorbij. Het veroorzaakt nogal wat zuiging. En je moet al zo opletten dat je de groep niet kwijt raakt met al die drukte. René had vanmorgen gezegd dat je, als je de groep kwijt raakt, de I-10 west moet blijven volgen naar Santa Monica. En wat doet die gek zelf? Blind achter zijn Garmin aan knorren. Rechtstreeks naar het zuiden, terwijl Santa Monica toch echt in het noorden van LA ligt. Hij laat verschillende afslagen naar Santa Monica links liggen. Uiteindelijk na een toertje door downtown LA gaan we maar ergens tanken. Peter Berends met de auto zijn we allang kwijt. Die blijkt achteraf in een kwartier naar Santa Monica gereden te zijn. Er wordt ergens geld vandaan gehaald om te tanken. Want dat betaald Peter Berends altijd en René had geen geld bij zich. Dan gaan we weer terug de stad in om over de 405 naar Santa Monica te rijden. Daar komen we in een file van enkele mijlen terecht. Ook dat nog. Al met al een vervelende en enerverende rit. Niet bepaald prettig.

We parkeren ergens aan de zijkant van de pier op de schuine strepen plaatsen van een parkeerplaats. René zegt dat het eindbord van de Route 66 OP de pier staat. Dat blijkt dus ook al niet war te zijn. We lopen in onze hete spijkerbroek een eind de pier af. Dan komt Joop zeggen dat het langs de boulevard 3 blokken verderop is. Uiteindelijk blijkt Peter Berends met de auto vlak bij het plakkaat te staan. Want het is geen bordje zoals aan het begin. Aan het eind van Santa Monica Boulevard staat een gedenksteen voor de oprichter van de Route 66. Allerlei foto’s gemaakt. En even in het gras gezeten om bij te komen van alle commotie en boze buien.

WE HEBBEN HET GEHAALD. Zonder ongelukken en dergelijke. Peter gaat nog even met zijn blote benen in de zee lopen. Nu heeft hij in alle 3 de grote oceanen gestaan. De Atlantische oceaan in Engeland, de grote of Indische oceaan in Nieuw Zeeland en de stille oceaan of Pacific in LA.

Nog een laatste ritje over Lincoln Boulevard naar het hotel en dan zit het er op. Rond half zes zijn we daar. De motoren leeghalen. Wat een boel rotzooi hadden we toch elke dag bij ons. Dan de auto leeghalen en de koffers bij elkaar zetten. De 9 duo-passagiers Ginny, Mienke, Nienke, Marianne, de duitse mevrouw, Pascal, Dienie, Marjolein en ik blijven op de koffers passen tot de mannen de motoren en de auto terug hebben gebracht. (Sorry ik vergat de twee vrouwelijke motorrijders). Eén uur hadden ze nodig werd gezegd. Nou maak er maar twee van. Na verloop van tijd kregen we het gewoon koud. Van de honger misschien. Toen de mannen eindelijk terug kwamen, kregen we redelijk snel de kamerkaartjes. Weer met welcome erop, maar toch weer anders. Die gaan ook mee naar huis.

Er is nog een ola-briefing over het bezoek aan de Universal Studio’s van morgen. Daar is voor $ 89,00 p.p. heel veel te zien. Het busje vertrekt om 9.10 voor de deur. En je kunt om 16.30 of om 19.30 weer terug zijn. Wij kiezen voor 19.30 terug. We zien wel. Dan is er nog enig geharrewar over het sluitingsdiner. Er wordt besloten om morenavond om 20.30 uur of in het hotel of in het restaurant er tegenover te gaan eten. Eens kijken of dat morgen wel gaat lukken. Want qua organiseren is dit reisleidersstel niet zo heel erg goed. We zien wel.

Dan komt de truc met het vinden van de kjamer. Dat is hier weer heel bijzonder. Kamer 1525 betekent toren 1, vijfde verdieping, kamer 25. Kamer 2834 betekent toren 2, enzovoorts. Maar waar is in godsnaam toren 1 en toren 2? Gelukkig is er een hostess die een beetje nederlands spreekt en die ons de weg kan wijzen. De rotzooi naar binnen gegooid en eerst eens even heel uitgebreid onder de douche. Alle stof en viezigheid van de reis wegwassen.

En dan gaan we eens iets te eten opzoeken. De meeste zaken aan de overkant zijn al dicht. Dus wordt het het hotelrestaurant. Geen gelukkige keuze. Verbrande steak. En een ober die je de deur uitkijkt. Oei.
 
Door naar het volgende verslag
Terug naar het vorige verslag
Terug naar Home Amerikareis